Jaren geleden heb ik mijn elektronica studie afgerond. In die tijd hobbyde ik er naast mijn werk op los. Dat betekende allerlei schakelingen bouwen uit Electuur, Elektronica Hobby en diverse andere bladen waarvan ik de namen ben vergeten. Regelbare voedingen, Digitale meters en testapparatuur om je werk te vergemakkelijken.
Deze hobby was in die tijd relatief duur. Ja had veel losse componenten nodig om tot een schakeling met beperkte mogelijkheden te komen. De hobby stopte dan ook toen de geïntegreerde schakelingen op de markt kwamen. Daar kon je niet tegen bouwen. Zeker niet als ja naar de kosten keek. Een compleet product kopen was al snel goedkoper.
Het computertijdperk begon. De een had een ZX Spectrum of Atari en de ander een Commodore 16.
De 16 stond voor kilobytes. De Commodore 16 en later de 64 en 128 waren immens populair.
Ik begon met een Texas Instuments TI 99A. Alles zelf programmeren in (Extended)Basic. Een leerzame periode.
Diskettes en harddisks had je nog niet. Ze waren er wel, 5,25 inch, maar waren onbetaalbaar. Je moest het dus doen met een cassette recorder. Ik kan de piepjes nu nog horen.
Een beeldscherm was ook nog geen gemeen goed. Je sloot de ‘computer’ dus aan op de TV. Toen nog een TV met een beeldbuis. Ook dat zie je tegenwoordig bijna niet meer.
Na de TI99A kwam een Amiga 2000 van Commodore.
Een computer met een harde schijn van wel 20 MB. Opstarten moest nog wel met een floppy. Het besturingssysteem heette de “Workbench”. Een grafische werkomgeving met een muis! Dat was wel wat anders dat de ‘gewone PC’ met 8088 en later de 80286 van Intel. De Amiga 2000 had een intern geheugen van 1 MB. Kun je nagaan, een gemiddelde digitale foto van een beetje camera uit deze tijd neemt meer ruimte in dan het interne geheugen van de Amiga. Sterker nog, een foto neemt meer ruimte in dan je op de gehele harde schijf kon opslaan.
En je kon games spelen op de Amiga. In kleur en met geluid. Fantastisch! Marble Madness was één van mijn favorieten.
Met de muis een balletje over een parcours leiden.
Met de komst van de Amiga kreeg ik mijn eerste programmeer ervaring in C. Toen nog volledig in ontwikkeling. De uitvinder / ontwerper van de taal C is Dennis Ritchie. Mijn eerste programma was, zoals de meeste beginners in C; Hello World!:
#include <stdio.h> /* laad de bibliotheek met functies voor standaardin- en uitvoer (stdio.h) */ /* begin de main()-functie en vermeld dat deze functie een waarde teruggeeft */ |
int main(void) |
{ |
printf("Hello, world!\n"); /* gebruik de printfunctie "printf()" om "hello world!" af te drukken op het scherm. De '\n'staat voor newline ("nieuwe regel"). De definitie van printf komt uit stdio.h. */ |
return0; /* Stop het programma met exitcode 0. */ |
} |
Wat een ervaring was dat.
Internet hadden we nog nooit van gehoord. Je moest dus alles leren door je door boeken te worstelen. Natuurlijk het standaard werk van Brian W. Kernighan en Dennis Ritchie. Daarnaast ook de boeken van Leen Ammeraal. C, ANSI C en C++. Heel leerzaam.
Eind jaren 70 van de vorige eeuw werd toegang met de buitenwereld mogelijk. Het aansluiten van jouw computer op een telefoonlijn. Mijn eerste modem was asynchroon 300/75 baud.
Internet bestond nog niet. Je moest het nog doen met FidoNet. FidoNet is een computernetwerk dat voornamelijk gebruikt werd voor het versturen van elektronische post. Het netwerk bestaat uit zogenaamde nodes. De meeste daarvan zijn publiekelijk toegankelijke BBS'en.
De Nederlandse Hobby Computer Club (HCC) speelde hierin een essentiële rol. Het eerste netwerk buiten de VS was net 500 van de HCC in Nederland.
Een BBS of bulletin board system (in het Nederlands letterlijk een prikbordsysteem) is een computersysteem met software die het mogelijk maakt om, via een telefoonlijn, vanaf een andere computer gebruik te maken van bepaalde diensten. Zoals het up- en downloaden van software of andere gegevens, nieuws lezen en berichten uit te wisselen met andere gebruikers. Dit laatste was het oorspronkelijke idee achter een BBS.
FidoNet maakt gebruik van een character based interface. Maar het was een ervaring om nooit te vergeten. Contact via de computer met de ‘hele wereld’!
Door de opkomst van het internet spelen BBS'en en FidoNet nu slechts nog een marginale rol.
Als ik dit tegen mijn kinderen vertel staan ze mij glazig aan te kijken; waar heeft hij het over. Voor hun generatie is Internet, Multimedia, Social Media zo gewoon dat zij zich niet kunnen voorstellen dat het er ooit niet is geweest.
Na de Amiga kwam de PC. Ja ik ging overstag. Een 80486DX4-100 Mhz van Intel. Wat een snelheidsmonster was dat. MS DOS 6.1 en Windows 2.0. Die was net uit. Na de 486 kwamen de Pentiums en later AMD Athlon 64.
Na dit PC tijdperk ben ik overgestapt naar een 'echte' computer. De iMac en Mac Book van Apple. Sorry als ik hier de Windows of Linux gebruikers voor het hoofd stoot. Maar voor mij voelt dit echt zo. De iMac biedt alle voordelen van een echte Apple computer, uitermate geschikt voor foto en video bewerking en je kunt er via Parralles Windows op draaien. Je eet dus van beide walletjes. Geweldig gewoon.
Na jaren geen soldeerbout of breadboard te hebben gezien, laat staan aangeraakt, kwam ik vorig jaar in aanraking met de Arduino en Raspberry Pi. Dat is interessant, voor een lage prijs kunnen realiseren waar je vroeger alleen maar van kon dromen.
En het combineert het bouwen van schakelingen met het programmeren in C. Wat wil je nog meer. Daarnaast is zoveel informatie beschikbaar via Internet dat je gelijk aan de slag kunt. Voorbeelden genoeg.
Toch mis ik wat in alle informatie die beschikbaar is voor de Arduino. Wil je echt kunnen hobbyen met de Arduino, dan is enige kennis van Elektronica en programmeren in C minimaal gewenst. Een schakeling nabouwen vanaf een voorbeeld op Internet lukt iedereen. Werkt het echter niet dan is het frustrerend als je niet begrijpt wat je heb gebouwd. Zit het in de hardware of in de software. Wil je zelf iets ontwikkelen dan is deze kennis essentieel.
Er zijn vele boeken in verschillende talen. En er is heel veel informatie beschikbaar op Internet. Maar een compleet overzicht van alle theorie die wenselijk is om een echt project te realiseren heb ik nog niet kunnen vinden. Uitzondering daarop is het boek van Arduino For Dummies van John Nussey en de Arduino Workshop van J. Boxall. Dit komt in de buurt van waar ik naar op zoek was.
Zo ben ik begonnen om de beschikbare informatie te bundelen in één document. Met als doel om de in het verleden opgedane kennis weer op te halen. Gaandeweg heeft dit geleidt tot dit boek dat ik graag wil delen met andere enthousiaste beginners en gevorderden die meer uit hun Arduino project willen halen. Een ‘levend document’ dat eigenlijk nooit af is.
Fotografie is mijn hobby. Mijn doel is om zelf hardware en software te ontwikkelen waarmee ik de fotocamera kan besturen. Voor het flitsen van vallende druppels en b.v. het besturen op afstand van de camera op plekken waar je niet kunt komen. Ook heb ik nog ideeën in het achterhoofd om mijn hobby modelvliegen te combineren met fotografie door de inzet van de Arduino.
Nog heel veel uitdagingen te gaan dus.
Ik hoop dat jullie net als ik veel plezier beleven aan het uitvoeren of ontwikkelen van eigen projecten met de Arduino.
Hans van Balen